Al naar gelang de criteria schat men het aantal doven in Nederland op 10-40 duizend. Het aantal slechthorenden ligt veel hoger, namelijk op 1,5-2 miljoen. Ook in de kerken zijn er dus heel wat leden die niet of slecht kunnen horen. Omdat gehoorproblemen een onzichtbare beperking zijn, is het belangrijk om extra oog te hebben voor wat dove en slechthorende mensen nodig hebben om volwaardig deel te kunnen nemen aan het kerkelijke leven. Want we zijn samen kerk!

Slechthorendheid

In ieder gemeente kennen we broeders en zusters die een hoortoestel dragen. Daarmee kunnen ze veelal redelijk goed meedoen in de kerk en in het persoonlijk contact. Een goede ringleiding in zowel de kerkzaal als de andere zalen van de kerk is wel een basisvoorwaarde voor deze leden om te kunnen participeren. Investeer als kerk in een goede ringleiding! Neem de wensen en eventuele klachten van ringlijngebruikers serieus. Voor goede info en advies kunt u ook terecht bij de organisatie Hoormij∙NVVS

Voor slechthorende leden is meedoen in kringen en groepen  vaak lastig, vooral als er meer personen tegelijk aan het woord zijn. Soms hebben ze er ook last van dat omgevingsgeluiden hard en/of vervormd binnenkomen.

Veel slechthorende mensen ervaren eenzaamheid. Het kost hen namelijk veel inspanning om te participeren in gemeentelijke activiteiten. Omdat ze er letterlijk moe van worden, haken velen af. Heb daarom oog en hart voor deze leden en zoek samen met hen naar manieren dat zij volwaardig kunnen deelnemen aan het gemeentelijke leven.

Als gemeenteleden ernstig slechthorend zijn of worden, is soms zelfs een ringleiding niet meer toereikend. Meestal is het leren van gebaren ook geen optie meer. Communicatie met anderen wordt dan dus heel erg lastig. Met alle gevolgen van dien, met name op sociaal gebied. Maar ook bijvoorbeeld tijdens een pastoraat bezoek. Maak altijd face-to-face contact met hen. En schrijf desnoods op wat u zegt. Tegenwoordig zijn er ook goede en gratis apps met spraakherkenning. Uiteraard is daarvoor een smartphone of laptop nodig. Maar zo’n app bevordert de communicatie enorm! U kunt ook gebruik maken van een laptop waarop u typt wat u zegt, voorleest en bidt. Een tip voor de kerkdiensten is om te regelen dat de predikant de preek zoveel mogelijk uitwerkt en mailt naar de leden die zwaar slechthorend zijn.

Tegenwoordig zijn er ook schrijftolken. Tijdens gesprekken, bijeenkomsten en kerkdiensten typen zij alles wat gezegd wordt letterlijk en dit verschijnt dan op een tablet of op een groter scherm. Het aanvragen van een schrijftolk verloopt via Tolkcontact.

 

 

Doofheid

Doofheid betekent veel meer dan alleen niet kunnen horen. Het heeft een geweldige impact op de taal en de ontwikkeling, op het spreken, op informatie en op allerlei contacten met de omgeving. Speciaal ook een grote invloed op het samenleven in de kerkelijke gemeente.

Globaal gesproken onderscheiden we de volgende groepen doven:

a. Vroeg-doven

Dit zijn mensen die doof geboren zijn of vóór hun 3e levensjaar doof geworden zijn. Zij hebben meestal een visuele manier van communiceren ontwikkeld. Daarvoor zijn andere hersendelen actief geworden dan bij horende mensen. Deze groep gebruikt veelal graag de Nederlandse Gebarentaal.

Gelukkig worden baby’s tegenwoordig al tijdens de kraamdagen gescreend. Dat is belangrijk, omdat dan de ouders direct gebarentaal kunnen gaan leren. Dat is belangrijk voor de ontwikkeling van hun kind. Als ontdekt wordt dat een kind doof is, is dat voor de ouders vaak moeilijk. Bovendien komen ze voor de keus te staan wel of geen CI te laten plaatsen bij hun kind. Als gemeente is het belangrijk om deze ouders te steunen. Roep daarbij zeker ook de hulp en begeleiding van de dovenpastor in.

b. Doven met CI

De moderne medische wetenschap heeft de mogelijkheid van een Cochleair Implantaat (CI) ontwikkeld. Door een operatie worden in het binnenoor (het slakkenhuis- cochlea) een aantal elektroden geplaatst. Deze worden verbonden met een zender/ontvanger, die wordt vastgezet in het rotsbeen achter het oor onder de huid.

Als de operatiewond genezen is, wordt er later een elektronisch hoortoestel aan de buitenkant vastgekoppeld. Dit elektronisch hoortoestel zet geluid om in elektronische signalen. In het binnenoor worden die via de elektroden doorgegeven aan de gehoorzenuw. Zo kan er een nieuwe vorm van horen ontstaan. De interpretatie van het nieuwe gehoor is een kwestie van lang oefenen. Door dit apparaat kunnen dove mensen geluiden ontvangen en interpreteren. Het resultaat verschilt per persoon. Het maximale resultaat is dat iemand slechthorend wordt.

Van de vroeg-dove kinderen krijgt ongeveer 95 procent een CI. Sommigen krijgen er zelfs twee. Bij goede resultaten gaan deze kinderen later vaak naar het regulier onderwijs. Maar het blijft belangrijk om ook in de kerk speciaal oog voor hen te hebben, vooral om ze niet alles horen en zeker in groepen moeite hebben moet horen.

c. Laat-doven

Laat-doven zijn mensen die na hun 3e  levensjaar doof geworden zijn. Soms is de oorzaak een ongeluk. Maar er kan ook sprake zijn van een medische oorzaak. Een grote groep mensen wordt op oudere leeftijd slechthorend of doof. Wat op alle leeftijden kan optreden is plots-doofheid: iemand wordt in korte tijd (variërend van 1 dag tot enkele weken of maanden) doof. Deze mensen gaan door een moeilijk rouwproces. Ze moeten hun leven grondig aanpassen. Pastorale begeleiding is daarbij van groot belang.

d. De doof-plus mensen

Dit zijn mensen die naast hun doofheid nog één of meer andere beperkingen hebben. Dat zijn bijvoorbeeld de doofblinden. Gelukkig zijn er ook voor hen goede communicatiemogelijkheden, maar het is natuurlijk niet eenvoudig. Veel doofblinden hebben het syndroom van Usher. Vaak worden ze doof geboren en treedt vanaf de pubertijd stap voor stap koker-blindheid op. Verder zijn er ook doven met een verstandelijke beperking. Binnen het dovenpastoraat is kennis en ervaring aanwezig en we zijn graag bereid om kerkenraden en kerkleden te adviseren en bij te staan. Schroom niet om contact op te nemen.

Gebarentaal

Gebarentaal was tot 1980 verboden, omdat men dacht dat het slecht was voor de ontwikkeling van dove mensen. Het is echter wetenschappelijk bewezen dat gebarentaal juist goed is voor de ontwikkeling van dove mensen. Het past ook helemaal bij hun visuele manier van denken en communiceren.

De Nederlandse Gebarentaal (NGT) wordt vooral gebruikt door mensen die vroeg-doof geworden zijn. De NGT heeft een eigen grammatica en is een volwaardige taal. In 2020 is NGT juridisch erkend. Een tolk NGT zet voor dove mensen alles wat door horenden gezegd wordt om in NGT. Dove NGT-gebruikers laten hun stem weg. Daarom is de tolk ook stemtolk voor de horende mensen. Op deze manier kan de communicatie optimaal verlopen.

Naast de NGT is er ook Nederlands met ondersteunende Gebaren (NmG). Vooral oudere doven en laat-doven gebruiken NmG. Daarbij spreek je gewoon Nederlands en ter ondersteuning maak je daar gebaren bij.

Er zijn tegenwoordig ook muziektolken. Zij beelden de muziek uit in hun gebaren, mimiek en lichaamstaal. Kortom, gebarentaal is een levende taal die volop in ontwikkeling is.