ds. Peter L.D. Visser

missionair consulent

Het zou zo mooi zijn: dat het net als vroeger zou gaan, in de grote opwekkingsbewegingen. Wesley, Whitefield, Edwards: ze preekten gewoon in de buitenlucht voor grote aantallen mensen en wat een bekeringen kwamen daaruit voort! Wie nu in het Jaarboek van de CGK kijkt, ziet dat er de laatste jaren ongeveer 100 personen ‘uit geen kerk’ zich bij de kerken voegen. Dat zijn er geen duizenden, maar het betekent wel dat er ook vandaag de dag nog zeer regelmatig blijdschap in de hemelen is, wanneer één zondaar zich bekeert (Luk. 15:7, 10). Het is bemoedigend om eens door oude jaarboeken te bladeren, wat dat betreft: vanaf ongeveer het jaar 2003 is er een duidelijke toename van mensen die zich bij de kerken voegen, en daarbij meestal ook de doop ontvangen.

Via mensen

Wie praat met deze mensen (deputaten evangelisatie gaven een brochure met interviews uit met toetreders, onder de titel Thuiskomen (2002)), merkt hoe belangrijk het is dat christenen echt contact, een echte relatie met hen aangaan. Tot geloof komen neemt vaak een lange voorbereidingstijd in beslag, maar het contact met een christen blijkt telkens weer een belangrijk moment in zo’n proces. ‘Dit wijst erop dat de trouw en het getuigenis van ‘gewone’ christenen in hun omgeving absoluut onvervangbaar zijn. Sterker nog, uit deze gesprekken komt naar voren dat dit in feite de enige manier is waarop deze mensen verder kwamen bij hun zoektocht. (…) Nog altijd (is het ooit anders geweest?) komt de overgrote meerderheid van zoekende mensen in aanraking met geloof en kerk via mensen in hun omgeving.’ (Thuiskomen, p.50).

‘Gewoon’

Dat maakt dat ik persoonlijk niet zoveel zie in evangelisatiewerk dat niet gericht is op het bouwen van relaties. Incidentele acties vormen geen bedding waarin contacten kunnen opbloeien tot warme relaties. Geen van de tien thuiskomers die hun verhaal in de brochure deden, noemen een georganiseerde evangelisatieactie als factor van betekenis. Het gaat meestal anders: thuiskomer Tamara werd aangesproken toen ze nieuw op school was door een christelijk meisje. Daan merkte bij het voetballen met christenen dat zij ‘iets hadden’. Petra had een gelovige buurvrouw die haar aansprak bij het uitlaten van de hond. Robert werd in de gevangenis opgezocht door een christen die zijn vrije zaterdag voor hem opofferde en thuiskomer Rakan werd als asielzoeker opgevangen en uitgenodigd voor een kerstavond door een ‘gewone christen’. Sinds 2002 is er in mijn ervaring nog niets veranderd in deze gang van zaken: ‘gewone gemeenteleden’ worden door de Heilige Geest gebruikt op een heel ‘gewone’ manier om anderen iets van het Evangelie te laten zien.

Samen

Wie de Bijbel kent, hoeft zich daar eigenlijk ook niet over te verbazen. Hoe vaak lag de Heere Jezus niet aan bij maaltijden, waar gesprekken ontstonden en mensen zicht op Hem kregen? Hoe vaak heeft de Heere Jezus niet gewoon, tijdens het wandelen door het land, mensen gesproken, aangeraakt, contact gelegd? In veel missionaire initiatieven in het land wordt die Bijbelse vorm weer toegepast: samen eten, niet alleen met je eigen kringetje, maar met een open uitnodiging naar buren, kennissen en buurtbewoners.

Vraag

Welke mogelijkheden hebben wij om, gewoon in onze omgeving, relaties te leggen met kinderen, buren, ouderen, collega’s in ons netwerk? Hoe kunnen wij gastvrij zijn, betrokken en bewogen?

ds. Peter L.D. Visser

missionair consulent

Deel dit artikel via

Ook interessant voor u