Wie draagt eigenlijk de missionaire roeping in de gemeente? Is dat een commissie? Een evangelisatieouderling? Of zijn het een paar gedreven gemeenteleden? Maar waar is de gemeente als ‘lichaam van Christus’ zoals Paulus haar noemt dan gebleven? Missionair-zijn is roeping van de christelijke gemeente.

Wanneer je mensen uit het Midden-Oosten ontmoet, valt het meteen op: zij zijn erg gericht op hun familie. Dat merk je aan de manier waarop ze rouwen en vieren. Een Iraanse christin vertelde mij hoe dat gaat: ‘Als we iets vieren, is het belangrijk dat we elkaar meenemen in de feestvreugde. Nederlanders zitten bijvoorbeeld op een verjaardag vaak in een kringetje bij elkaar. Je praat vooral met de mensen direct naast je. Wij, Iraniërs, vinden dat eigenlijk heel saai. Want als je samen iets viert, dan moet je samen lachen en dansen. En wanneer er verdriet is door het sterven van iemand, dan moet je luidkeels je verdriet laten merken. Iedereen doet mee en maakt elkaar aan het huilen. We hoeven niet naar de psycholoog met onverwerkt verdriet; iedereen schreeuwt en huilt zich helemaal leeg.’

Dans en klaagliederen

Ik was er wel even stil van; wat een verschil met mijn Nederlandse opvoeding! Maar ik had het kunnen weten: dit gaat over het leven in het Midden-Oosten dat we overal in de Bijbel aantreffen. De Heere Jezus heeft het over het dagelijkse leven om Hem heen, als hij zegt: ‘Wij hebben voor jullie op de fluit gespeeld, maar jullie hebben niet gedanst; wij hebben klaagliederen voor jullie gezongen, maar jullie hebben geen rouw bedreven.’ (Mat. 11:17)

‘Wat goed voelt’

Als westerse mensen zijn we door-en-door individualistisch geworden. Als er één punt is, waarop de secularisatie ons in zijn greep heeft, dan is het wel dit. Dat heeft veel te maken met de geschiedenis van de westerse wereld, waarin het ‘ik’ steeds belangrijker werd, ten koste van het ‘wij’. De Verlichting van de 17de en de Romantiek van de 19de eeuw zijn stromingen die daar erg aan bijgedragen hebben. Vooral in de Romantiek ging het erom te zoeken naar je ‘diepste zelf’ en te leven naar je authentieke, individuele gevoelens. Je kunt dat ook in de gemeente merken, als mensen veel en vaak spreken over iets dat wel of niet ‘goed voelt’. Je merkt het in interviews door journalisten, die om de haverklap vragen stellen als: ‘wat ging er door je heen?’, ‘hoe voelt dat?’, ‘wat doet dat met je?’

Lichaam met één hoofd

In de gemeente moeten we leren denken en spreken over ‘wij’, en niet alleen over ‘ik’. Paulus schetst het beeld van de christelijke gemeente als een lichaam onder één Hoofd: Christus. De leden zijn ‘door één Geest tot één lichaam gedoopt’ (1Kor. 12:13). De delen van het lichaam hebben elkaar nodig, zonder elkaar vormen ze hoogstens een verminkt lichaam en zonder te gehoorzamen aan Christus is de gemeente een onthoofd lijk.

Oefenen in samenleven

Waarom nu zo de nadruk gelegd op dit ‘wij’? Wat heeft dat te maken met de missionaire roeping? Omdat juist het in liefde samenleven met elkaar als ‘lichaam van Christus’ naar buiten toe laat zien wat het Evangelie betekent. Dit samenleven en samenwerken verbindt leer en leven, en is natuurlijk merkbaar voor ongelovige mensen om ons heen. We hebben het misschien onvoldoende door, maar de christelijke gemeente is bijzonder! Waar vind je nog dat allerlei mensen van alle leeftijden zich oefenen in het samenleven? In een cultuur waarin ik-gerichtheid en eenzaamheid hun stempel drukken, is dat een regelrecht wonder van de Geest!

Liefde

Zo leefde de eerste gemeente ook in liefde samen, en dat straalde natuurlijk naar buiten uit: ’En allen die geloofden, waren bijeen en hadden alle dingen gemeenschappelijk; en zij verkochten hun bezittingen en eigendommen en verdeelden die onder allen, naar dat ieder nodig had. En zij bleven dagelijks eensgezind in de tempel bijeenkomen, en terwijl zij van huis tot huis brood braken, namen zij gezamenlijk voedsel tot zich, met vreugde en in eenvoud van hart; en zij loofden God en vonden genade bij heel het volk. En de Heere voegde dagelijks mensen die zalig werden, aan de gemeente toe.’ (Hand. 2:44-47)

Vraag

Uit Zuid-Amerika hoorde ik van een gemeente die een weeshuis opzette. De gemeenschap is gediend door de liefde die de gemeenteleden gezamenlijk hierin geven. Wat zou uw/ jouw gemeente voor verschil kunnen maken in de samenleving?

ds. Peter L.D. Visser

missionair consulent

Deel dit artikel via

Ook interessant voor u