Binnen onze kerken vinden we het belangrijk dat het diaconale werk goed geborgd is. Daarvoor zijn in de classis twee instrumenten ingesteld: de Classicale Diaconale Vergadering (CDV) en de Classicale Diaconale Commissie (CDC).

Classicale Diaconale Vergadering (CDV)

De CDV is een vergadering van afgevaardigden van alle diaconieën in een classis. Vreugden en zorgen in het diaconaat worden met elkaar gedeeld en de aanwezigen ondersteunen elkaar met adviezen en bemoediging. Ook wordt er geïnventariseerd op welk vlak er behoefte is aan (meer) informatie en/of toerusting. De CDV heeft de bevoegdheid om alles te doen wat nodig is om het diaconaat in en door de classiskerken te bevorderen.

De CDV vindt haar basis in de artikelen 26 en 41 van de kerkorde. De organisatie en leiding van de CDV is meestal in handen van de CDC of van een door de CDV gekozen moderamen.

De diaconale zaken die besproken worden, betreffen:

  1. zaken die vallen onder artikel 41 van de kerkorde;
  2. zaken die vanuit de classisvergadering worden ingebracht;
  3. zaken die door de CDC worden aangedragen;
  4. Zaken die een plaatselijke diaconie inbrengt.

Met het oog op het eerste punt dient iedere diaconie voorafgaand aan de CDV een verslag van de diaconale stand van zaken in, in de vorm van de zogenaamde artikel 41 brief.

De CDV doet verslag aan de classisvergadering en bereidt eventueel voorstellen op diaconaal terrein voor. Daaronder valt ook de voordracht voor de naar de PS af te vaardigen diakenen.

De agenda van de meeste CDV’s is verdeeld in twee hoofdpunten: het bespreken van de voortgang van de diaconale werkzaamheden naar aanleiding van de artikel 41 brieven en het bespreken van een inhoudelijk thema.

In de kerkorde is in bijlage 28A een reglement voor de CDV opgenomen.

Ga snel naar