
van bezinning tot werkbaar plan
gemeente betrekken
Hart voor de stad vroeg diaconaal consulent Rudolf Setz om mee te denken in de doorontwikkeling van hun missie en opdracht. Deze sectie onder verantwoordelijkheid van diaconie Zwolle heeft als doel de gemeente te betrekken bij de nood in hun stad.
‘Er ligt nu een duidelijke missie en een plan voor ons’, zegt Arnold Messelink. Hij is vier jaar voorzitter geweest van Hart voor de stad. In het jaar van overdracht dacht hij: ‘We organiseren allerlei diaconale en missionaire activiteiten, we hebben een app, contact met projecten en geven steun. Maar hoe kunnen we de gemeenteleden nog meer betrekken? Wat is onze focus? En wat blijft er over na alles wat we geïnvesteerd hebben de afgelopen jaren?’
stap voor stap
‘Diaconaal consulent Rudolf Setz is met ons opgelopen in een drietal ontwikkelsessies. Hij luisterde, stelde vragen en liet ons de processtappen doorlopen: stap voor stap vanuit zowel de huidige situatie als het verlangen dat God geeft, toewerken naar een concreet werkbaar plan. Een plan waar we de gemeente bij kunnen betrekken!
We leerden elkaar beter kennen. Met z’n negenen deelden we in dit proces persoonlijke dingen. We stonden stil bij waar we nu staan én bij hoe we dat waarderen. We hebben samen gedroomd en plannen gemaakt.
Ik houd zelf van ‘actie’ maar wat ik in dit proces juist mooi vond, is dat we de tijd namen om te bezinnen, God te zoeken in wat Hij al aan het doen is in onze stad.
duidelijk plan
Mijn opvolger en een nieuwe diaken deden actief mee in deze bijeenkomsten en dat zorgde direct voor een goede overdracht en goed draagvlak.
We hebben als Hart voor de stad ontdekt wat we blijven doen, waar we afscheid van willen nemen en wat we starten. Er ligt nu een duidelijke missie en een duidelijk plan voor ons. Een plan waar we samen over na hebben gedacht en keuzes voor hebben gemaakt. Een plan waarmee we met open handen onderweg gaan.
Voor mij wel raar om nu te stoppen als diaken na deze inspirerende sessie. Maar ook mooi: ik kan het nu ook echt loslaten.’