
verantwoordelijkheden delen
mét de wijk
‘Complimenten voor deze mooie dag. Was leerzaam!’ Een appje van Cees van Breugel van Thuis in West. Hij was een van de vijfendertig deelnemers aan de digitale pioniersdag, georganiseerd door diaconaat en evangelisatie.
De Rotterdamse wijkpionier Nico van Splunter prikkelde met zijn inleiding om anders te gaan denken over aanwezigheid in de wijk. Niet iets doen voor de wijk, maar mét en vanuit de wijk. Een manier van denken en doen die pioniers en diaconieën kan helpen om meer ‘nabij’ te komen bij mensen en bij nood in de eigen omgeving.
eigenaarschap
Nico leerde tijdens een zomerkamp in 2009 dat hij niet meer moest organiseren vóór mensen - en daarmee zelf uitgeput raken - maar om samen mét mensen in de buurt aan de slag te gaan. Eigenaarschap geven aan mensen met wie je pioniert. Zoals aan buurtbewoonster Selma, een vrouw van Surinaamse afkomst die jaren gevangen zat in een gedwongen huwelijk. Ze woonde een periode in een blijf-van-mijn-lijfhuis en kwam daarna in de Rotterdamse wijk Spangen terecht. Ze zat vol angst en had een dikke muur om haar hart heen gebouwd. Ze ging vrijwilligerswerk doen in een buurthuis en deed dat zo onopvallend mogelijk.
opgebloeid
Er veranderde iets toen in het buurthuis een vrouw tegen haar zei: ‘Ik wens je Gods zegen’. De vrouw nodigde haar hartelijk uit om eens naar Geloven in Spangen te komen. Dat doet Selma, geraakt door de vriendelijkheid. Ze pakt ook hier een taak op als vrijwilliger en gaat koffie schenken bij Geloven in Spangen. Maar al gauw is zij er óók als ze geen koffie hoeft te schenken.
Bij Geloven in Spangen bloeit de van oorsprong islamitische Selma op. Ze loopt niet meer met gebogen maar met opgeheven hoofd over straat. Ze gaat Jezus volgen. Tegen andere vrouwen wil ze zeggen: ‘Kijk niet achterom, volg de Heer! En dan komt het goed!’
Doordat ze haar zelfvertrouwen terug heeft, wil Selma doorgeven aan anderen wat ze heeft geleerd en hen coachen. Daarom maakt ze nu deel uit van het pioniersteam.
veelkleurig team
Het team van Nico ziet er dus veelkleurig uit en daar is bewust voor gekozen. ‘Het voelt kwetsbaar om met slechts twee of drie christenen te starten en mensen uit de wijk te vragen mee te doen. Maar om het van de grond te krijgen, heb je hen wel nodig. Het maakt het team enorm krachtig. Zo neem je mensen vanaf het begin mee en laat je hen meedenken in visie voor de buurt. We beginnen laagdrempelig, met koffie drinken.
Ik ben open over mijn motivatie en geloof en dat God een plan voor ieders leven en voor de buurt heeft. Ik vraag mensen of ze zin hebben om mee te doen, of ze nou gelovig zijn of niet en dan gaat het heel organisch. We werken samen rond een activiteit, zoals bijvoorbeeld de weggeefwinkel of YES. In gesprekken tussendoor deel ik vanuit mijn visie en geloof. En ik leef het voor.’
hoe kijk je naar mensen?
Hoe je dan de identiteit bewaart, is een vraag die naar boven komt bij Nico’s inleiding. Hij reageert: ‘Het is belangrijk dat er een kleine kern is die het geloof voorleeft. In de kring daaromheen geef ik veel ruimte aan het proces dat God met mensen gaat.
Het is ook de vraag hoe je naar mensen kijkt. Bij kinderwerk zien de meeste pioniers het liefst een kleuterjuf voor de groep die veel van de Bijbel weet. Het is veel moeilijker om dat door iemand te laten doen die de kinderbijbel zelf maar voor de helft heeft uitgelezen. Maar als die vrijwilliger vervolgens zelf het Bijbelverhaal induikt, dan krijg je de mooiste vragen!’
durf je los te laten?
‘Door mensen te trainen word je als pionier van het eerste uur gaandeweg tweedelijns werker en groei je zelf ook. Daarnaast is crisis nodig. Er wordt in het team vaak gekibbeld. Dat hoort erbij, er zijn verschillen in cultuur of iemand werkt op een andere manier dan jij. Deze benadering van pionieren doet recht aan alle culturen, waarin ieder zichzelf mag zijn.
In Lucas 9:3 stuurt Jezus zijn leerlingen eropuit en zegt: ‘Neem niets mee voor onderweg’. Jezus stuurt zijn leerlingen er zonder rugzak op uit. Wij gaan vaak met een te volle tas op pad, op alles voorbereid. Maar durf je los te laten? Alleen met God eropuit te gaan en zien waar de deuren open gaan? Durf je te ontvangen van de mensen die God op je pad stuurt? Of ze gelovig of ongelovig zijn? Dat is spannend. Ik heb het pionieren hier in de wijk niet in de hand. Misschien gaat Gods Geest verder dan dat ik ga. Mijn taak is te bieden wat ik heb en te gaan in de richting van de Geest. Ik heb geleerd om op mijn handen te zitten. Dat creëert kansen!’
leiding nodig
In het panelgesprek dat later volgt tijdens de pioniersdag blijkt dat veel deelnemers worstelen met het overlaten van verantwoordelijkheden aan vrijwilligers. Voor panellid Cor Hubach is dat herkenbaar: ‘Ik houd van controle, maar ik heb er geen moeite meer mee als een maaltijdproject in de soep loopt. Lastiger vind ik het als een Bijbelstudiegroep verzandt in een discussie over islam versus christendom. Dan zit je naar mijn gevoel niet meer aan de voeten van Jezus. Bij zo’n identiteitsgebonden activiteit is leiding nodig om verdieping en veiligheid te waarborgen.’
cruciale stappen
Ook panellid Jeanette de Waard herkent die strijd: ‘Ik kan ver meegaan met initiatieven van vrijwilligers. Toch is er pasgeleden een activiteit bedacht waarvan ik me afvraag of dat wijs is en soms moet ik het dan ook weer loslaten.’
Nico reageert dat het niet veel oplevert als je probeert alles zelf vast te houden. ‘Als je alles zelf blijft doen wordt duurzaamheid lastig. Het is cruciaal om vrijwilligers te coachen in het maken van goede keuzes. De essentie van deze coaching is kleine stappen zetten in het geven van verantwoordelijkheden aan vrijwilligers. Dat begint met visie en kan langzaam gaan. De doelgroep helpt zichzelf verder met wat ter plekke gebeurt. Ik ben alleen coach en coördineer geen enkele activiteit.’
relaties opbouwen
Hoe maak je pionierswerk duurzaam? Dat is een vraag die de aandacht heeft van de deelnemers aan de Pioniersdag. Want hoe zorg je er nu voor dat die plek in de buurt open blijft op de langere termijn? Jeannette de Waard heeft gemerkt dat het belangrijk is je bereik steeds te verleggen. ‘Nieuwe contacten aangaan en met mensen optrekken is intensief, maar nodig steeds weer uit en blijf relaties opbouwen.
Daarnaast is het goed om sleutelfiguren, leiders van doelgroepen, te ondersteunen om de pioniersplek te kunnen continueren. Breng diversiteit aan, doe moeite om inclusief te zijn. Iedereen wil gezien worden!’